Smokkelaars en stropers
Omdat de Maas en de van oorsprong ontoegankelijke veengebieden langs de grens van noord naar zuid lopen, deden de meeste wegen dat ook. Oost- west verbindingen liepen dood op de rivier, de grens of het moeras.
De verlaten grensregio was het domein van smokkelaars. Via tal van smokkelpaadjes werden boter en koffie naar Duitsland gesmokkeld. Uurwerken en lederwaren kwamen juist naar Nederland. Net zo goed als lokale smokkelaars alle paadjes over de grens wisten te vinden, wisten de lokale stropers in deze ruige streek het wild te vangen. Smokkel en stroperij waren daarmee welkome bijverdiensten in deze arme streek. De commiezen hadden er de handen vol aan.